Spring naar content

Blog themagericht werken: Ziek en gezond

14 oktober, 2023

Je zíet ze groeien

Wist je dat we op zowel gewone peutergroepen als op VVE-groepen (vroeg- en voorschoolse educatie) met thema’s werken? Iedere vier tot zes weken kiezen we een nieuw thema, zoals Kunst, Wonen en Eten & drinken. Het is een uitstekende manier om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren, op allerlei vlakken. Denk aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling of de taalontwikkeling. Hoe het precies werkt? Dat lees je in deze blogserie. Pedagogisch medewerker Jane Peeters-Danquah vertelt over het thema Ziek & gezond.

Prik, prik, prik; van alle kanten word ik bestookt door peuters. Met de doktersspuit, bedoel ik dan, hè. Niets leukers natuurlijk dan de juf ‘au’ te horen roepen! Gelukkig vragen ze ook meteen of ik pijn heb en misschien een pleister nodig heb. Het lijkt misschien een spelletje van niets, maar van alle dingen die we doen binnen het thema Ziek & gezond springt iets kleins als dit er voor mij uit. Waarom? Om het plezier dat we samen hebben. Maar óók omdat ik het spelletje zie als een kans voor peuters om vertrouwd te raken met begrippen als ‘spuit’, ‘pijn’ en ‘pleister’ – goed voor hun taalontwikkeling. En het stelt peuters in staat om een ander – in dit geval was ik dat – te ‘troosten’. Dat draagt dan weer bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Dat vind ik ook zo goed aan themagericht werken en de activiteiten die we binnen zo’n thema organiseren; steeds vind ik haakjes om allerlei ontwikkelingsgebieden aan te stippen. Bovendien zorgt zo’n thema voor structuur. Kinderen van een jaar of twee zitten boordevol ideeën en gevoelens. Maar het gaat nog alle kanten op. Het is fijn voor ze om te weten waar ze aan toe zijn en gerichte begeleiding te krijgen. Begeleiding die aansluit bij hun leven van alledag en ze helpt om grip te krijgen op de wereld om hen heen.

Daarom beginnen we zo’n themaperiode altijd met de inrichting van de hoeken. Zodat kinderen spelenderwijs in aanraking komen met concrete materialen en begrippen. Denk aan een dokterstas, lege pillendoosjes, een oude computer en telefoon – voor de doktersassistente – en spuiten en pleiters. Vervolgens verkennen we in een kringgesprek ervaringen: ‘Wie heeft er wel eens pijn?”, “Wie is ooit bij de dokter geweest?” Zo geven we langzamerhand taal en inhoud aan het thema.

Zijn we een stapje verder, dan maken we bijvoorbeeld samen een meetlat voor aan de muur; precies zoals kinderen die kennen van het consultatiebureau. Heel grappig om te zien hoe ze elkaar langs de lat houden, de hoogte aflezen en notities maken. Dat is direct een mooie gelegenheid om met cijfers te spelen. Ook handig als voorbereiding op de basisschool.

De motorische ontwikkeling komt dan weer aan bod op het moment dat we met de peuters stukjes gekleurd papier knippen die we op grote gelamineerde tanden leggen. Blèh, vies, die vlekken. Snel wegpoetsen met de tandenborstel! Ieder kind krijgt een tandenborstel mee naar huis. Zo kunnen ze met hun ouders oefenen. Met het poetsen, maar vooral met de taal die erbij hoort. Voor ons is het een manier om de ouders te betrekken bij de activiteiten op de groep. En samen aan de ontwikkeling van hun kind te werken.

Wat peuters aan het eind van zo’n themaperiode precies hebben geleerd? Weet je, het gaat ons er vooral om dat ze nieuwe ervaringen op hebben gedaan. En dat ieder op z’n eigen tempo en manier stappen heeft gemaakt. Gelukkig zijn peuters net een soort sponzen; ze staan open voor alles. Als je ze – met zo’n thema als leidraad – voldoende aanreikt, zíe je ze gewoon groeien!

Wil jij thuis ook met een thema aan de slag? Vraag de pedagogisch medewerkers op de groep om tips. Of informeer naar de themafolders die we speciaal voor ouders hebben ontwikkeld.