Wat doen we als een peuter nét iets meer begeleiding nodig heeft dan we op VVE-locaties kunnen bieden? Dan roepen we de hulp in van Marijke de Jongh en Ineke Wouda, medewerkers van pedagogisch-educatief concept de Kleine Kapitein. Sinds begin dit jaar komen zij op afroep naar de groepen toe, voor ondersteuning op maat. En dat werpt z’n vruchten af.
Ze hebben net voor de zomervakantie elk zo’n vijf kinderen overgedragen die klaar zijn voor de basisschool. Na begeleiding op de groep én die vanuit de Kleine Kapitein beschikken de peuters over voldoende vaardigheden om een goede start te maken bij de kleuters. “Bij een enkeling blijkt dat er meer zorg nodig is”, legt Marijke uit. “Maar meestal lukt het om aansluiting te vinden op het onderwijs. Precies waar we in de VVE (voor- en vroegschoolse opvang) op uit zijn. Ons doel is dat kinderen tot leren komen, hier op de groep en straks op school.”
Individuele aanpak
Marijke en Ineke springen in op het moment dat een kind zich onvoldoende ontwikkelt in de VVE-groep. Of wanneer een kind door zijn of haar gedrag te veel de sfeer op de groep bepaalt. Ineke: “De pedagogisch medewerkers hebben vaak al van alles geprobeerd, maar uiteindelijk moeten zij hun tijd en aandacht verdelen over een grote groep peuters tegelijk. Wij observeren het kind en stellen in overleg met de mentor van het kind een plan van aanpak op, met overzichtelijke doelen. Dit plan bespreken we natuurlijk ook met de ouders; hun betrokkenheid is belangrijk. Vanaf dan zijn we twee keer per week anderhalf uur op de groep en gaan we met het individuele kind aan de slag.”
Concrete doelen
Wat ze precies doen? “Dit verschilt uiteraard per kind en is afhankelijk van de hulpvraag”, vertelt Ineke. “Maar we richten ons vooral op wat wij noemen ‘de executieve functies’, zoals impulsbeheersing, of het uitstellen van behoeften. Daarnaast oefenen we met sociale vaardigheden, zoals naast elkaar of samen spelen, materialen delen, op je beurt wachten. Heel concreet dus. Het is in ieder geval niet zo dat we ter voorbereiding op school oefenen met educatieve taken als tellen of boekjes lezen. Tenzij het een manier is om een andere vaardigheid onder de knie te krijgen.”
Sprongen maken
“Het is mooi om te zien wat voor sprongen kinderen maken door deze vorm van begeleiding op maat”, vertelt Marijke. “Het afgelopen jaar bijvoorbeeld begeleidde ik een meisje dat erg impulsief was en nogal op de voorgrond trad in de groep. Tijdens de begeleidingsuurtjes ben ik in haar buurt gaan zitten, om mee te kijken en in te spelen op wat er gebeurt. Pakte ze speelgoed af, dan legde ik rustig uit dat als je iets wilt hebben je er ook om kunt vragen. Ze ontdekte dat ze het negen van de tien keer dan ook kreeg. Zo deed ze positieve ervaringen op en leerde ze nieuw gedrag aan. Kinderen wilden weer met haar spelen. En haar ouders merkten dat het thuis ook veel beter ging.”
Vertrouwen winnen
“Het prettige aan begeleiding op de groep is dat kinderen hun gedrag direct kunnen oefenen in de context van de groep”, vult Ineke aan. “Straks op school zijn ze immers met nog veel meer kinderen. Daar kunnen ze maar beter op voorbereid zijn. Bovendien betrekken we de pedagogisch medewerkers bij onze aanpak. Ze zetten onze werkwijze voort als we er niet zijn. Ondertussen leren ze op een andere manier naar het kind te kijken en winnen ze aan vertrouwen dat ze straks ook zonder ons de juiste begeleiding kunnen bieden. Heel waardevol.”
Naar buiten
Die begeleiding op de groep is een groot verschil met hoe de Kleine Kapitein eerst werkte. Voorheen draaiden Marijke en Ineke een apart groepje waar kinderen uit heel Breda naartoe kwamen. “Ouders ervoeren dat toch als een drempel. Nu werken we outreachend”, vertelt Monique Vos, manager Pedagogiek & Kwaliteit. “Dat werkt beter, voor zowel het kind, als de ouders en de pedagogisch medewerkers.”
Verder uitrollen
Ook gemeente Breda is gecharmeerd van de nieuwe aanpak. Monique: “De Kleine Kapitein werd al langer gesubsidieerd. Nu is ook voor de komende jaren financiering toegezegd. Met dit pedagogisch-educatief concept hebben we iets moois in handen dat naadloos aansluit bij het maatschappelijke karakter van Kober. Het is een relatief goedkope, laagdrempelige en effectieve manier om kinderen die het nodig hebben een steuntje in de rug te bieden, om zo het risico op een achterstand te verkleinen en gelijke kansen te creëren. Ik ben oprecht trots op wat Marijke en Ineke samen met zoveel passie hebben neergezet. Het is goed om te merken dat andere gemeenten in ons werkgebied nu ook interesse tonen in het concept. Het zou geweldig zijn als ook zíj het gaan toepassen.”